Jesaja 53: 1
Wie heeft onze prediking gelooft, en aan wien is de arm des HEEREN geopenbaard?
Johannes 12: 44-46
En Jezus riep en zeide: Die in Mij gelooft, gelooft in Mij niet, maar in DENGENE, DIE Mij gezonden heeft.
En die Mij ziet ( begrijpt), die ziet DENGENE, DIE Mij gezonden heeft.
Ik ben een Licht, in de wereld gekomen, opdat een ieder, die in Mij gelooft ( 100%), in de duisternis niet blijve.
1 Johannes 4: 1-6
- Geliefden, gelooft niet een iedere geest ( leraar), maar beproeft de geesten, of zij uit God zijn; want vele valse profeten zijn uitgegaan in de wereld.
- Hieraan kent gij den Geest van God: alle geest, die belijdt, dat Jezus Christus in het vlees gekomen is, die is uit God;
- en alle geest, die niet belijdt, dat Jezus Christus in het vlees gekomen is, die is uit God niet; maar dit is de geest van den antichrist, welken geest gij gehoord hebt, dat komen zal, en is nu alrede in de wereld.
- Kinderkens, gij zijt uit God, en hebt hen overwonnen; want HIJ is meerder, DIE in u is, dan die in de wereld is.
- Zij zijn uit de wereld, daarom spreken zij uit de wereld, en de wereld hoort hen.
- Wij zijn uit God. Die God kent, hoort ons; die uit God niet is, hoort ons niet. Hieruit kennen wij den geest der waarheid, en den geest der dwaling.
Markus 9: 40
- Want wie tegen ons niet is, die is voor ons.
Johannes 6: 63
- De Geest is het, Die levend maakt; het vlees is niet nut. De woorden, die Ik tot u spreek, zijn geest en zijn leven.
Johannes 1: 12,13
- Maar zovelen Hem aangenomen hebben, dien heeft Hij macht gegeven kinderen Gods te worden, namelijk die in Zijn Naam geloven;
- welke niet uit den bloede, noch uit den wil des vleses, noch uit den wil des mans, maar uit God geboren zijn.
1 Petrus 2: 9,10
Maar gij zijt een uitverkoren geslacht, een koninklijk priesterdom, een heilig volk, een verkregen volk; opdat gij zoudt verkondigen de deugden DESGENEN, DIE u uit de duisternis geroepen heeft tot ZIJN wonderbaar Licht;
gij, die eertijds geen volk waart, maar nu Gods volk zijt,; die eertijds niet ontfermd waart, maar nu ontfermd zijt geworden.
Titus 3: 5,6
- …( God heeft ) ons zalig gemaakt, niet uit de werken der rechtvaardigheid, die wij gedaan hadden, maar naar ZIJN barmhartigheid, door het bad der wedergeboorte en vernieuwing des Heiligen Geestes;
- Denwelken HIJ over ons rijkelijk heeft uitgegoten door Jezus Christus, onzen Zaligmaker;-