
Matthéüs 7: 3-5 heeft het over wie bekwaam is, om een broeder of zuster te vermanen. Wij zijn allemaal onvolmaakt, en we horen elkaar op te bouwen, niet elkaar af te breken. Alleen een geestelijk huis, kunnen elkaar opbouwen. Een natuurlijk huis, kan dat niet bereiken. Voor de natuurlijke mens, is het geestelijk huis, dwaasheid.
1 Korinthe 2:14
– Maar de natuurlijke mens begrijpt niet de dingen, die van de Geest Gods zijn; want het is voor hen dwaasheid, en zij kunnen het niet begrijpen, omdat het geestelijk onderscheiden wordt.

1 Korinthe 2:15/ Romeinen 8: 16
– Doch de geestelijke mens onderscheidt wel alle dingen, maar zelf wordt van niemand onderscheiden./ Deze Geest getuigt met onze geest, dat wij kinderen van God zijn.

Johannes 6:63/ 1 Korinthe 14:1-3,39
– De Geest is het, Die levend maakt; het vlees is van geen nut. De woorden, die Ik tot u spreek, zijn geestelijk en zijn het leven./ Jaagt de liefde na, en ijvert om de geestelijke gaven, maar meest, dat gij moogt profeteren. Want wie een tongentaal spreekt, spreekt niet voor de mensen, maar met God; want geen mens verstaat het, doch met de geest spreekt hij verborgenheden. Wie profeteert, spreekt mensen stichting, en vermaning en vertroosting.- Zo dan, broeders, ijvert om te profeteren, en verhindert niet in de tongentaal te spreken.
